288 3 September 1910. slagen, en tot wijziging van de bepalingen omtrent mini mum-loon en maximum-arbeidsduur, welke alle nog op afdoening wachten. Spreker dringt derhalve nogmaals aan op eene eenigszins spoedige behandeling van deze motie. De voorzitter zegt, dat hij met den heer Van den Brink medegaat, wat betreft de wenschelijkheid eener spoedige afdoening dezer aangelegenheid. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel des voorzitters. 4. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, ter voorziening in de vacature van lid van het college van regenten van het oude-mannenhuis alhier, wegens perio dieke aftreding van den heer J. M. IngenHousz, in overleg met dat college ter benoeming aanbevelende de heeren 1°. J. M. IngenHousz, aftredend lid, 2°. mr. P. M. J. E. Bloemarts. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 18 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer J. M. IngenHousz. Zoodat de heer J. M. IngenHousz opnieuw is benoemd tot lid van het college van regenten van het oude-mannenhuis alhier en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 5. Benoeming van een lid der commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek en waterleiding in plaats van den heer H. A. Sassen, die heeft opgehouden lid van den raad te zijn. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 6 op den heer Teychiné, 4 op den heer Van Keppel, 3 op den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 288