292 3 September 1910. zijn. Spreker geeft derhalve in overweging de vaststelling der rekening aan te houden. Mocht, na onderzoek, blijken, dat het cijfer in de gemeente-rekening niet juist is, dan zou ook het saldo daardoor verandering ondergaan. De voorzitter zegt, dat de opmerking van den heer Van Hulten onderzocht zal worden. De heer BLOEMARTS wijst erop, dat die opmerking volkomen gegrond kan zijn, doch de goedkeuring der rekening niet in den weg behoeft te staan. De commissie heeft de rekening nagezien en met de bescheiden verge leken. Klopt deze vergelijking, dan moet de rekening worden goedgekeurd. De mogelijkheid kan bestaan, dat de cijfers in het verslag niet juist zijn en daarbij eene drukfout is ingeslopen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu met algemeene stemmen besloten, overeenkomstig de conclusie van het rapport der commissie van onder zoek, de rekening dezer gemeente over het dienst jaar 1909 goed te keuren en mitsdien vast te stellen de ontvangsten opf 1 060 043,32 de uitgaven op- 1 072 511,53 sluitende alzoo met een nadeelig saldo vanf 12 468,21 Burgemeester en wethouders hebben zich van mede stemmen onthouden. Voorts worden goedgekeurd de volgende staten van oninbare en nog te verhalen posten, te weten Oninbare 'posten. Hoofdei ij ke omslag. Ist0 staat, betreffende de primitieve kohieren f 1 424,30 ode 879 14.5 a ö/O.it

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 292