304
3 September 1910.
goedkeuring van de aanvullingskohieren nos. 4, 5 en 6 van
de belasting op de heffing van een recht voor het gebruik
van den openbaren gemeentegrond.
De voorzitter stelt voor, deze besluiten eveneens
voor kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
14. Adres van mej. C. F. Eligh alhier, daarbij verzoe
kende haar opnieuw onderhands voor drie jaar te verhuren
het huis, staande binnen deze gemeente aan de St. Anna-
straat 19.
De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden
aan burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
15. Schrijven van den heer hoofdingenieur-directeur
van den waterstaat in de 7d0 directie te 's-Hertogenbosch,
dato 17 Augustus 1910, n°. 1658, berichtende, dat de
minister van waterstaat, blijkens een d.d. 15 Juni j.l., n°. 237,
aan den heer commissaris der Koningin gericht schrijven,
alleen dan bereid is, het in de gemeente Breda gelegen
deel van den weg BredaBelgische grenzen in beheer en
onderhoud aan de gemeente Breda over te dragen, wan
neer de gemeente Prinsenhage genegen is, om het binnen
hare grenzen gelegen deel van dien weg over te nemen.
Aangezien de gemeente Prinsenhage hiertoe onder de
door den minister gestelde voorwaarden niet bereid is,
moet dus onder die omstandigheden van de door de ge
meente Breda gewenschte overdracht van het binnen hare
grens gelegen wegvak worden afgezien.
De voorzitter stelt voor, dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
De heer VAN KEPPEL vraagt, wat de reden is, waarom
Breda den weg op zijn gebied niet kan krijgen, nu Prin-