17 September 1910.
-
Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS,
J. B. M. MERKELBACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H.
VAN DEN BRINK, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEI.,
J. I.IJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING,
mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H.
ROMBOUTS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ,
A. J. A. VERSCHRAAGE, F. C. J. VAN HULTEN, F.
A. M. J. SMITS, A. F. SMITS en A. C. BOM.
Afwezig de heeren W. J. SLECHTRIEM, A. A. A.
MEEUWESEN en F. J. M. HEIJLAERTS.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 3 Sep
tember 1Ö10 nog niet gedrukt aan de leden zijn rondge
zonden en stelt mitsdien voor, de vaststelling daarvan tot
eene volgende vergadering aan te houden. Eveneens stelt
spreker voor, de vaststelling aan te houden van de notulen
der vergadering van 12 Augustus jl., aangezien hij nog
niet in de gelegenheid is geweest, van den inhoud daar
van kennis te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een
schrijven van den heer Meeuwesen, berichtende, dat hij
verhinderd is, deze vergadering bij te wonen.