310
•17 September 1910.
Aan de orde is
Beëediging van den nieuwbenoemden directeur der Bank
van Leening, den heer L. C. A. Smeulders.
De heer SMEULDERS, ter vergadering aanwezig, legt
alsnu in handen van den voorzitter af den eed, voorge
schreven bij artikel 6 van het reglement op de Bank van
I.eening.
De voorzitter wenscht den heer Smeulders geluk
met zijne benoeming en spreekt het vertrouwen uit, dat
hij de voetstappen zal drukken van zijn voorganger, den
heer Stap, die op zoo uitstekende en correcte wijze de
administratie van de Bank van Leening heeft gevoerd.
De heer Smeulders verlaat hierop de vergadering.
A. Ingekomen stukken.
1. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij
aanbiedende de begrooting der plaatselijke inkomsten en
uitgaven voor het dienstjaar 1911, vergezeld van de noo-
dige inlichtingen en bescheiden.
De voorzitter zegt, dat de begrooting binnen
enkele dagen gedrukt aan de leden zal worden rondge
zonden. Tengevolge van de gewijzigde voorschriften om
trent de inrichting der gemeente-begrooting, en de daar
door noodzakelijke omwerking van de memorie van toe
lichting, zal deze eerst eenigen tijd later in druk kunnen
verschijnen.
Spreker stelt alsnu voor, dat de raad zich verdeele in
drie afdeelingen tot onderzoek der begrooting. Alvorens
echter tot het trekken der afdeelingen over te gaan,
wenscht spreker erop te wijzen, dat bij de behan
deling der begrooting in den raad alleen die onder
werpen een punt van bespreking kunnen uitmaken,