17 September 19l0. 311 welke tevens in de afdeelingen zijn besproken. Het vorig jaar is o.a. door een der leden, die niet bij het afdeelings- onderzoek tegenwoordig was geweest, de wenschelijkheid bepleit tot het instellen eener commissie van financiën in navolging van den Bosch en Tilburg. Burgemeester en wethouders konden toen daarop niet antwoorden, doch later is gebleken, dat zoodanige commissiën in den Bosch en Tilburg niet bestaan. Zoo kunnen er zich meerdere ge vallen voordoen, waaromtrent een voorafgaand onderzoek noodig is. De heer VAN KEPPEL zegt, dat het voor een lid van den raad moeilijk is, hieromtrent eenige belofte te doen. De mogelijkheid kan bestaan, dat na het afdeelingsonder- zoek zich feiten of omstandigheden voordoen, welke het gewenscht maken, daarover bij de behandeling der be grooting inlichtingen te vragen, of bepaalde punten ter sprake te brengen. De voorzitter antwoordt hierop, dat burgemeester en wethouders alsdan onmogelijk de noodige inlichtingen zullen kunnen geven. Het is niet alleen onaangenaam voor den raad, wanneer eenig lid een onderwerp ter sprake brengt, waarop burgemeester en wethouders niet zullen kunnen antwoorden, maar er wordt later nog over nabe- tracht in couranten zonder verder onderzoek. Alsnu wordt door ieder lid een nummer getrokken, waaruit blijkt, dat de afdeelingen zullen zijn samengesteld als volgt Eerste afdeeling uit de heeren A. F. Smits, J. R. baron van K.eppel, F. C. J. van Hulten, mr. P. M. J. E. Bloemarts, A. J. A. Verschraage,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 311