17 September 1910. 319 De voorzitter zegt, dat men van de veronder stelling moet uitgaan, dat de leden van den raad hier niet zitten voor de pers of het publiek. De pers wordt boven dien altijd behoorlijk ingelicht. De heer VAN DEN BRINK wenscht de voorlezing niet voor het publiek, maar voor de raadsleden zelf, opdat zij de argumentatie van een bepaald stuk kunnen volgen. Men kan toch niet van elk raadslid vorderen, dat hij de motie ven van ieder adres steeds nauwkeurig in het hoofd houdt. Door de voorlezing wordt het geheugen wederom opgc- frischt. Indien het adres onmiddellijk ware voorgelezen, zou dit reeds lang geschied zijn. Nadat het adres hierop is voorgelezen, stelt de v o o r- z i 11 e r voor, het voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN DEN BRINK kan moeilijk zeggen, dat het adres niet correct is. liet is rond en frisch van taal en geeft juist weer, wat men verlangt. Wel is de toon een beetje scherp, doch dat is hieraan toe te schrijven, dat de menschen nu reeds 4 jaar te vergeefs gewacht hebben. Men verlangt verbetering van de rechtspositie en verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Dezer dagen kon men in een blad nog het bericht lezen, dat aan de gas fabriek alhier op Zondagen moet worden gewerkt, zonder dat daarvoor extra wordt betaald en dat zelfs op Konin ginnedag tot elf uur 's avonds is doorgewerkt, zonder dat hiervoor eenige vergoeding is gegeven. Verder wordt gezegd, dat in Breda, niettegenstaande de invoering van het drieploegenstelsel, de hoogste arbeids tijden bestaan bij de laagste loonen. Spreker dringt dan ook aan op spoedige behandeling van het werkliedenreglement, hetwelk volgens verklaring van den voorzitter, reeds in 1908 in concept bestond. Het gaat hier om het vastleggen van de rechtspositie der werklieden, die moeten arbeiden voor een karig loon.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 319