17 September 1910.
hoofden van takken van dienst. Deze gegevens hebben
gecirculeerd bij burgemeester en wethouders. Van een
eigenlijk ontwerp-reglement is echter geen sprake. Toch
zijn burgemeester en wethouders vast besloten zoodanig
reglement te ontwerpen en den raad aan te bieden. Ver
schillende omstandigheden zijn echter oorzaak van de ver
traging. Zoo o.a. moet aan de gasfabriek een nieuwe direc
teur benoemd worden. Het hoofd van dien tak van dienst
moet er toch zeker in worden gekend. Dan is nog onop
gelost de kwestie van eigen beheer of aanbesteding, waar
door wellicht een aantal werklieden zouden kunnen gemist
worden.
Deze verzekering kan spreker echter wel geven, dat de
werklieden, ook zonder reglement, niet in hunne rechten
zullen worden verkort. Gevallen, dat zulks zou hebben
plaats gehad, zijn niet bekend.
Maar het zou toch kunnen voorkomen, meent de heer
VAN DEN BRINK.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de werklieden
wel het adres kennen, waar zij hebben aan te kloppen,
wanneer zij onrechtvaardig zouden behandeld worden.
De heer VAN HULTEN merkt op, dat hij niet gezegd
heeft, dat burgemeester en wethouders met opzet de be
handeling van zaken, welke arbeidersbelangen betreffen,
zouden terughouden.
De voorzitter meende dit toch uit de woorden van
den heer van Hulten te moeten opmaken.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN komt op
tegen de zienswijze van den heer van den Brink, waar
deze zich plaatst op het standpunt van den klassestrijd.
Een raadslid mag zoo niet spreken. Toen spreker als lid
van den raad werd geïnstalleerd, heeft hij gezworen de
algemeene belangen der gemeente te zullen voorstaan en