-17 September 1910.
325
12. Adres van B. A. van Dongen te Breda, verzoekende
wederinhuur van een stukje grond van de gedempte Oude
Vest achter den Beijerd.
De voorzitter stelt voor, deze adressen te stellen in
handen van burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
13. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Bra
bantd.d. 7 September 1910, G n". 61, waarbij is gehand
haafd de aanslag van G. D. van den Berg in den hoofde-
lijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1909.
De voorzitter stelt voor, dit besluit voor kennisgeving
aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
14. Motie van het raadslid, den heer VAN HULTEN,
luidende als volgt„De raad der gemeente Breda oordeelt
„het wenschelijk, dat de openbare vergaderingen van den
„gemeenteraad in het vervolg des avonds worden gehouden."
De voorzitter wijst erop, dat een dergelijk voorstel
reeds het vorig jaar een punt van overweging heeft uit
gemaakt en toen geen meerderheid in den raad heeft
kunnen vinden. Spreker wenscht thans te vernemen, of
de raad wellicht van zienswijze is veranderd.
De heer VAN HULTEN zegt, dat nu reeds aan de raads
leden des avonds gelegenheid wordt gegeven tot het inzien
van stukken ook worden verschillende commissievergade
ringen des avonds gehouden. Dit wijst er heen, dat de
avond praktisch het meest geschikt is voor het houden
der raadsvergaderingen.
De heer VAN DEN BRINK vindt het absoluut noodza
kelijk, dat de vergaderingen des avonds worden gehouden.