17 September 1910.
Het publiek stelt veel belang in de openbare zaak, doch
het is tot dusver inde onmogelijkheid, om de raadszittingen
bij te wonen. Spreker vraagt, of de leden dan critiek
vreezen, wijl ze geen avondvergaderingen wenschen te
houden.
De heer VAN HULTEN zegt, dat het voorstel door hem
niet gedaan is ter wille van het publiek, maar voor het
gemak van de raadsleden.
De mo'.ie van den heer VAN HULTEN wordt niet vol
doende ondersteund en kan alzoo geen punt van behande
ling uitmaken.
15. Adres van J. J. Daems, alhier, in hoedanigheid van
exécuteur-testamentair in de nalatenschap van wijlen de
weduwe J. C. Stoop, verzoekende ontbinding der huurover
eenkomst, betreffende de open plaats, gelegen achter het
perceel aan de Houtmarkt, kadastraal bekend sectie B,
n°. 4104.
De voorzitter stelt voor, dit adres als ongezegeld
ter zijde te leggen.
Waartoe besloten wordt.
16. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant, d.d. 7 September 1910, G n°. 21, verzoekende
eenige door den minister van binnenlandsche zaken nood
zakelijk geachte wijzigingen aan te brengen in de verorde
ningen op de heffing en invordering van rechten voor diensten
der gemeente-reiniging.
Rij dit schrijven is gevoegd een voorstel van burgemees
ter en wethouders, strekkende om aan de bedenkingen
van den minister tegemoet te komen en in verband daar
mede in de heffingsverordening de volgende wijzigingen
aan te brengen