330 17 September 1910. Dat er behoefte bestaat aan dergelijke bouwterreinen bewijst wel het feit, dat onlangs aan de Kloosterstraat en de Pasbaan gronden zijn verkocht, waarop nu reeds wo ningen worden gebouwd. De particulieren gaan zoodoende voor en de gemeente blijft met hare terreinen zitten. De voorzitter herinnert eraan, dat deze zaak inder tijd in besloten vergadering is behandeld, zoodat hij daarop thans niet kan antwoorden. 25. De heer VAN KEPPEL vraagt en verkrijgt hierop het woord. Niet, zegt spreker, om eene vraag tot burge meester en wethouders te richten, maar om hen dank te brengen en geluk te wenschen met de beëindiging van de Baronielaan-kwestie. Voorwaar eene netelige kwestie, die wel niet het geheele land in beroering heeft gebracht, maar toch alom groote belangstelling heeft gewekt. Netelig was die kwestie vooral daarom, wijl er, ondanks den wil en de bedoeling van den raad, botsing was ontstaan tusschen het hooggeacht gezag van de Koningin en de belangen der gemeente Brecla. De goede beëindiging van dat geschil is een gelukwensch ten volle waard. Dat ech ter dit resultaat niet zonder moeite verkregen is, weten de leden van den raad het beste. Wij allen, zegt spreker, zijn er van overtuigd, dat we dit te danken hebben aan het tactvol optreden van den voorzitter, aan zijn ijveren voor de belangen der gemeente en aan zijn volhardend streven. Spreker meent, hem daar voor te mogen brengen allen lof en dank. Ook dank aan de heeren wethouders, die den voorzitter daarbij krachtig hebben gesteund en mede gestreden hebben voor de be langen der gemeente en voor hare onverkorte rechten. Zij hebben hierbij getoond de rechte mannen te zijn in hunne hooge betrekking bij het gemeentebestuur. Ook aan hem, die daarbij zooveel had te regelen en te leiden, aan onzen wakkeren secretaris, die getoond heeft, zich in moeielijke zaken te kunnen inwerken, brengt spreker een woord van hartelijken dank.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 330