15 October 1910.
Tegenwoordig dc heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS,
J. B. M. MERKELBACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H.
VAN DEN BRINK, L.J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL,
J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING,
mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCIIELTUS, jhr. mr. A.
REIGERSMAN, A. J. A. VERSCHRAAGE, A. A. A.
MEEUWESEN, F. C. J. VAN HULTEN, F. J. M. HEIJ-
LAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM en W. G. II. ROM-
BOUTS, die eerst bij de behandeling van punt 13 ter
vergadering kwam.
Afwezig de heeren W. J. SLECHTRIEM, J. J. L. TEY-
CHINÉ en F. A. M. J. SMITS.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burge
meester.
De voorzitter opent de vergadering en deelt mede,
dat zijn ingekomen berichten van de heeren Rombouts en
Fr. Smits, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te
wonen, eerstgenoemde wegens ambtsbezigheden en de
laatste wegens ongesteldheid.
Ee voorzitter zegt, dat de notulen van het ver
handelde in de vergaderingen van 12 Augustus, 3 en 17
September j.L, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8
van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter
inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in
afdruk zijn toegezonden. Spreker vraagt, of iemand der
leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige be
merkingen daartegen in het midden heeft te brengen,
allereerst wat betreft de notulen van 12 Augustus.