348 I//L 45 October 1910.
Vóór stemden de heeren Bloemarts, Merkelbach van
Enkhuizen, Van pen Brink, Staal, Van Keppel, Lijdsman,
J. M. IngenHousz, Overing, mr. W. IngenHousz, Scheltus,
Verschraage, Meeuwesen, Van Hulten, A. F. Smits en Bom.
Tegen waren de heeren Reigersman en Heijlaerts.
12. Prae-advies van burgemeester en wethouders op
het adres van het bestuur van Breda's Werkloozenfonds,
ter bekoming van een subsidie van f 500,luidende als
volgt
„Naar aanleiding van het hierbijgevoegd adres van den
„voorzitter en den secretaris van Breda's Werkloozenfonds
„om een subsidie van vijf honderd guldendat in onze
„handen werd gesteld om prae-advies, hebben wij de eer,
„betrekkelijk de onderwerpelijke aanvraag op te merken
„1°. dat daaruit niet blijkt of het fonds open staat voor
„alle vakvereenigingen zonder onderscheid van godsdien
stige of politieke richting der leden.
„2°. dat daaruit evenmin blijkt of de aangesloten ver-
„eenigingen uitsluitend inwoners dezer gemeente, die ten
minste een bepaalden tijd binnen haar grondgebied zijn
„gevestigd, als leden toelaten of wel ook anderen.
„3°. dat daarin niet is aangetoond de noodzakelijkheid
,.van subsidie, nóch in beginsel, nóch tot het aangevraagd
„bedrag en al evenmin, dat de gelden, welke als steun
„worden gevraagd, niet op andere wijze zijn te verkrijgen
„om het fonds aan de vooropgestelde bestemming te doen
„beantwoorden.
'"„Over den omvang van het euvel der werkloosheid in
„onze gemeente op dit oogenblik en in den aanstaanden
„winter, wenschen wij zonder onderzoek geen oordeel uit
„te spreken, doch verwijzen naar den inhoud der raads-
„notulen van 30 Januari 1909, pagina 35 en volgende.
„Waar adressanten echter nu. reeds als vaststaande aan
nemen, dat er inderdaad voor het fonds behoefte zal
„bestaan aan f 500,- - uit de gemeentekas, meenen wij dat
