15 October 1910. 357 „waardoor hij moreel zinkt. Dat mag niet. Zijn aange boren gevoel van eigenwaarde en fierheid mag niet ver boren gaan. „2e men helpt den werklooze en steunt daardoor den „stand der neringdoenden. „Als een werkman in den winter eenige weken werkloos „is, dan moet hij voor noodzakelijk levensonderhoud zooveel „op crediet nemen, dat hij dat den volgenden zomer niet „kan te boven komen. Door de in tijden van werkloos- beid noodzakelijk te maken schuld tot een minimum te „beperken, helpt men den werklooze en steunt men den „middenstand. Denk hier maar even aan huisbaas, bakker ,,en kruidenier. „Gemeentelijke steun aan werkloozen is zeer beslist in „het algemeen belang. Zou men nu aan werkloozen enkele „honderden guldens weigeren, die men zoo grif geeft aan „schietwedstrijden, kegel- en springconcoursen Laat de „raad hier antwoord op geven. Laat hem daar antwoord „op geven door toe te staan eene subsidie van 500. „aan Breda's Werkloozenfonds. „Ik zou nu nog kunnen spreken over de werking van Breda's Werkloozenfonds, maar zal dit waarschijnlijk vrucht baarder al debatteerende kunnen doen. Dit zij nog gezegd „Aan Breda's Werkloozenfonds is toegevoegd een raad „van advies, die van alles op de hoogte moet gesteld „worden. In dezen raad kunnen een of meer raadsleden „gekozen worden, zoodat de raad steeds controle heeft „over de door hem gegeven gelden Dan is er eene ar beidsbeurs aan verbonden, die voor eiken werklooze „openstaat. Ook iets, wat de gemeente had moeten doen. „Alles redenen om de subsidie toe te staan". De heer VAN DEN BRINK wijst erop, dat door den heer Van IIulten herinnerd is aan de vergadering van 30 Januari 1909. Het was de vergadering van den klassen strijd, toen we hier hadden een accuut oogenblik van den klassenstrijd in verband met de interpellatie over het op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 357