364 t/fb 15 October 1910. Dit mag echter geen reden zijn, om aan het fonds eiken steun te onthouden. In Leiden wordt het R. K. werkloozenfonds ook wel van gemeentewege gesteund. Daar krijgen alle vereenigingen toeslag, welke ook. Maar daar heeft men ook min of meer een gemeentelijk werkloozenfonds. Zoo kan het ook hier. Doch dan moet de heer Van den Brink voor zijne arbei ders ook een fonds oprichten. Of heeft die geen arbeiders achter zich Van het artikel in „het Katholieke Vulliwaarvan spreker erkent de schrijver te zijn, neemt hij geen woord terug. De werklieden konden inderdaad veel doen. Voortdurend wordt hierop door de leiders gewezen, maar zij zijn veelal te lam om bij te dragen. Neemt men echter aan, dat de werklieden gemiddeld 15 cent per week zouden bijdragen, eene som, die met het oog op andere contributiën vrij hoog kan genoemd worden, dan zou er nog niet genoeg zijn, want er is groot gevaar voor werkloosheid in den aanstaanden winter. De heer Meeuwesen veronderstelt wel van niet, doch weet de heer Meeuwesen wel, vraagt spre ker, dat er dezen morgen een timmerman begraven is door eene vereeniging, welke 133 leden telt. Van die leden hebben er een 50-tal niet aan de begrafenis kunnen deel nemen, omdat zij buiten de gemeente werk hebben. Als Tilburg geen werk gaf en de firma Stulemeijer niet bij voorkeur Bredasche arbeiders in haar dienst nam, zou het er treurig uitzien. Men plaatst zich echter te veel op een principiëcl stand punt. Het geldt hier evenwel eene zaak van algemeen belang. Er worden zooveel subsidiën gegeven aan vereenigingen voor sport of kunst. Die heeten ook te strekken in het algemeen belang. Waarom nu ook deze niet In Tilburg bestaat eene verordening voor het werkloozen fonds. Daar geeft de gemeente 100,bij oprichting en verder jaarlijks ten minste 1000,—. Dit zou ook hier mogelijk kunnen zijn. Spreker meent derhalve te moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 364