15 October 1910. 369 Maar de motie beoogt volstrekt geen ondersteuning. Bij een omzet van ongeveer 31/i ton, wordt aan de gasfabriek jaarlijks nog tusschen de 90 000,en f 100 000,ver diend. Worden de cokes dus tegen een verminderden prijs omgezet, dan geschiedt dit met minder kapitalistische winst. In Arnhem is de prijsvermindering 10 cent per ILL. Van bedeeling is geen sprake; er wordt iets ge leverd tegen matige winst. Terecht wordt in het prae-advies gezegd, dat de gas fabriek is eene industriëele onderneming op commerciëelen grondslag, maar dat is niet het meest wenschelijk. Het gas moest worden geleverd tegen den kostenden prijs en het geld moest uit belastingen worden gehaald. Doch het gemeentelijk belastinggebied is al te zeer beperkt. Wel is er een wetsontwerp aanhangig, om hierin verandering te brengen, maar dat zal den toestand niet veel beter maken. In het prae-advies wordt gezegd, dat de prijs der cokes wordt beheerscht door de gemeente. Bij geruchte heeft spreker echter vernomen, dat de cokes worden terugge houden, om de prijzen op een bepaald peil te houden. De vraag, of de detailhandelaren er onder zullen lijden, is niet van overwegend belang. Ofschoon spreker het bemiddelend voorstel van burge meester en wethouders toejuicht, acht hij de bezwaren tegen de motie niet voldoende weerlegd en handhaaft derhalve de motie. De voorzitter zegt, dat de motie, om in behande ling te kunnen worden gesteld, volgens het reglement van orde door minstens drie leden moet worden ondersteund, waarop de heeren VAN HULTEN, MEEUWESEN en OVERING zich verklaren voor het in behandeling nemen der motie. De heer MEEUWESEN juicht het principe toe, waar het betreft het verstrekken van brandstof tegen vermin derden prijs aan on- en minvermogenden. Het verwondert

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 371