374 15 October 1910. vatting van den voorzitter, dat het verschaffen van cokes tegen verminderden prijs aan on- en minvermogenden, gelijk zou staan met bedeeling, daarmede is spreker het niet eens. Zij worden dan verstrekt tegen een minder getinte kapitalistische winst, gezien de verdiensten der gasfabriek van nagenoeg een .ton gouds. Bovendien zal het besluit van Arnhem toch ook wel door gedeputeerde staten van Gelderland zijn goedgekeurd. Daar gold het eene zuiver commerciëele zaak, meent de voorzitter. De heer MEEUWESEN blijft van oordeel, dat de gas fabriek niet uitsluitend als een commerciëel bedrijf behoeft te worden beheerd en dat het zeer goed met philantropie kan gepaard gaan. Dat de waterleiding ook tevens strekt in het belang der hygiëne, doet hier niets ter zake. Het is een commerciëel bedrijf, hetwelk tegelijkertijd philantropie beoefent. Er zijn meer voorbeelden van dien aard. De electrische tram te Amsterdam verschaft wel goedkoope werkmanskaarten. Spreker houdt vol, dat de cokesmarkt het geheele jaar door beheerscht wordt door vraag en aanbod en beroept zich hierbij op de ondervinding. De detailhandelaren kunnen zich ook in de wintermaanden elders van eene voldoende hoeveelheid cokes voorzien. Spreker herhaalt, dat cokes geen populaire brandstof is, en te duur in vergelijking met steenkolen, omdat ze niet genoeg tegenhouden. Zelfs al wordt de prijs verminderd tot het bedrag, zooals de cokes aan detailhandelaren ge leverd worden, dan staan deze nog achter bij steenkolen. Dat de heer Van den Brink geen lid is van de eene of andere raadscommissie, is niet de schuld van spreker. Voor zoover de heer Van den Brink inlichtingen noodig heeft bij het ontwerpen van een gedetailleerd voorstel, is spreker gaarne bereid hem daarbij te assisteeren. In Den Haag stuit men op vele moeilijkheden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 374