26 Februari 1910. Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, P. A. F. DE BONT, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPP EL, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, A. A. A. MEEU- WESEN, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, A. F. SMITS en A. C. BOM. Afwezig de heeren F. J. M. HEIJLAERTS, W. G. H. ROMBOUTS en H. A. SASSEN. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 22 Januari 1910, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering onveranderd goedgekeurd. De voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen be richten van de heeren Heijlaerts en Rombouts, dat zij wegens ongesteldheid verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Thans is aan de orde: 1. Beëediging en installatie van het nieuw benoemd raads lid, den heer F. C. J. van Hulten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 37