382
19 November 1910.
eene algemeene verhooging van de loonen der werklieden
voorgesteld, zoodat dit adres daarbij gevoegelijk ter sprake
kan worden gebracht.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7. Adres van J. C. Raming te Ginneken. verzoekende
ontheffing van artikel 14 der bouwverordening voor deze
gemeente, ten behoeve van den wederopbouw van zijn
winkelhuis aan de Lange Brugstraat.
De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden
naar burgemeester en wethouders om prae-advies.
De heer VAN HULTEN gelooft wel, dat zelfs de meest
verstokte tegenstander van artikel 14 door den brand in
de Brugstraat tot de overtuiging zal gekomen zijn, dat
gemeld artikel hier moet worden toegepast, al was het
maar, wegens het gevaar voor de omwonenden. Spreker
begrijpt niet, dat de heer Raming dit verzoek heeft durven
doen en geeft in overweging, het adres onmiddellijk in
behandeling te nemen en daarop afwijzend te beschikken.
De voorzitter zegt, dat dit niet mogelijk is, wijl in
ieder geval de gezondheidscommissie over het verzoek
moet worden gehoord.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel des voorzitters.
8. Voorstel van het raadslid, den heer F. C. J. van
Hulten, luidende als volgt
„Ondergeteekende heeft de eer U het volgende voorstel
„te doen
„De raad der gemeente Breda besluit tot het benoemen
„eener commissie van 3 leden, welke commissie in opdracht
„krijgt voorstellen in te dienen, omtrent gemeentelijken
„steun aan onvrijwillig werkloozen.
„(get.) F. v. HULTEN, raadslid.