1 4 -I 384 19 November 1910. de monteur van een huis, die de door de fabriek gemaakte stukken in elkaar zet. De machines zijn het machtig wapen van het overheerschend kapitaal tegen de zwakkere werk lieden. De mensch gaat vooruit in wetenschap, om de productie te vermeerderen, maar de menschen, die dat meerdere moeten afnemen, komen er niet door het nieuw- malthusianisme. Hierdoor wordt^ïe arbeidsmarkt overvoerd. Overal, ook in ons land, houdt men zich met het vraag stuk der werkloosheid bezig, zoodat het op den weg der gemeente ligt, dit vraagstuk eveneens onder de oogen te zien, want de werkloosheid is hier niet onbelangrijk. We kelijks gaan hier 150 a 180 werklieden buiten de gemeente werken. Nu kan men zeggen, dat er ook werklieden van buiten in de stad komen werken, doch dat is in ieder ge val maar van tijdelijken aard. Vroeger is het nooit gebeurd, dat er zooveel werklieden elders werk moesten gaan zoeken. De voorzitter vraagt, of het voorstel van den heer Van Hulten wordt ondersteund. De heer OVER1NG zegt, dat hij van plan was het voor stel te steunen, indien bedoeld was de instelling eener commissie, om het vraagstuk der werkloosheid in studie te nemen. Nu het voorstel echter zoo ingrijpend is gewij zigd, moet spreker van zijn voornemen afzien, tenzij de heer Van Hulten alsnog bereid is zijn voorstel in dien geest te wijzigen. De heer VAN HULTEN is daartoe wel bereid, als het voorstel anders in gevaar zou worden gebracht. De heer Fr. SMITS wijst op hetgeen in de memorie van toelichting is gezegd, dat in de vorige vergadering door niemand is ontkend, dat gemeentelijke steun aan werkloo- zen is in het algemeen belang. Spreker noemt dit een bout gezegde en verklaart, dat hij van dit algemeen belang absoluut niet overtuigd is. In de vorige vergadering was spreker niet aanwezig, zoodat die uitdrukking hem niet kan s y- -*a L'-c. ^4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 384