38 26 Februari 1910. De voorzitter verzoekt den secretaris genoemden heer binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door den benoemde achtereenvolgens in handen van den voorzitter afge legd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorge schreven bij artikel 39 der gemeentewet. De voorzitter heet den heer Van Hulten welkom in deze vergadering en wenscht hem geluk met het ver trouwen, door de kiezers in hem gesteld. Spreker herinnert eraan, dat de benoemde de plaats inneemt van den heer Van Hal, die jaren lang een sieraad was van dezen raad en zich geheel en al gaf aan de belangen van de Bredasche bevolking in al zijne geledingen en die, ook bij verschil van gevoelen, steeds de goede vormen en den goeden toon wist in acht te nemen. Spreker verwacht van den heer Van Hulten hetzelfde. De heer VAN HULTEN dankt den voorzitter voor de woorden van welkom tot hem gericht en hoopt zich naar diens wenken te zullen gedragen. Spreker is ervan over tuigd, dat er voor hem nog veel te leeren valt en beveelt zich derhalve aan in de welwillendheid van het dagelijksch bestuur en van de overige leden van den raad. Hierop neemt de gekozene zitting. A. Ingekomen stukken. 2. Schrijven van mej. M. de Bie, te Budel, berichtende, dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan de openbare school aan de Middellaan alhier aanneemt en dat zij die betrekking met 1 April a.s. hoopt te aanvaarden. 3. Schrijven van den heer P. L. Faes alhier, berichtende, dat hij de benoeming tot regent van het oude-mannenhuis alhier aanneemt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 38