19 November 1910.
393
De heer VAN HULTEN zegt, dat hij uit de concessie
voorwaarden niet heeft kunnen lezen, dat de beslissing op
dit verzoek tot de bevoegdheid van burgemeester en
wethouders behoort, wijl hij meent, dat hier wel degelijk
uitbreiding van het tramnet plaats heeft.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de bevoegdheid
blijkt uit de artikelen 9 en 14 der concessievoorwaarden-
Uitbreiding heeft niet plaats. Alleen wordt de lijn op den
Haagweg verlegd en de bestaande opgebroken.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders.
18. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting tot
wijziging der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1910
door toevoeging van de volgende posten
Inkomsten
onder hoofdstuk V art. 25 (vergoeding van het
Rijk voor de kosten der landbouwtelling) f 40,25
Uitgaven
onder hoofdstuk VII art. 38 (belooning voor
het verrichten der landbouwtelling)f 40,25
Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp-besluit
goedgekeurd.
19. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij,
met overlegging van een rapport van den gemeente-archi
tect en het ingewonnen advies van de gezondheidscommissie,
voorstellende de woning, gelegen aan den Haagdijk n°. 257,
onbewoonbaar te verklaren, waartoe ter vaststelling wordt
aangeboden het volgend ontwerp-besluit