394
19 November 1910.
„De raad der gemeente Breda
„Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
„d.d. 10 November 1910 tot onbcwoonbaarverklaring der
„woning, staande binnen deze gemeente aan den Haagdijk
„n\ 257, kadastraal bekend sectie A n'. 2970; eigenares
„wed. L. van Gir.s te Teleringcn
„Gehoord de gezondheidscommissie voor de gemeente
Breda (advies van den 4'n November 1910, n\ 496);
„Overwegende, dat uit een ingesteld onderzoek is geble-
„ken, dat die woning wegens bouwvalligheid ongeschikt
„wordt geacht ter bewoning en het ook niet mogelijk is,
„haar door het aanbrengen van verbeteringen in bewoon
baren staat te brengen, daar de gebreken niet zonder
„geheele afbraak zijn weg te nemen
„Gelet op art. 18 sub 1° der woningwet
„Heeft in zijne openbare vergadering van den 19eu
„November 1910 besloten, bovenbedoelde woning onbewoon
baar te verklaren, met bepaling, dat, voor zoover daarin
„nog personen of gezinnen mochten gehuisvest zijn, die
„woning moet zijn ontruimd binnen ééne maand, te rekenen
„van den dag, waarop de tijd van voorziening is verstre
den, of het besluit tot onbewoonbaarvcrklaring is gehand-
„haafd.
„Dit besluit zal, met overlegging van een afschrift van
„advies der gezondheidscommissie, worden ter kennis
„gebracht van den eigenaar der betrokken woning en van
„het hoofd van het gezin of afzonderlijk levend persoon,
„die de woning mocht bewonen."
Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp-besluit
goedgekeurd.
20. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende vier ontwerp-besluiten tot re
geling van de zekerheid van verschillende rekenplichtige
ambtenaren.
Bij deze ontwerpen is gevoegd de volgende memorie
van toelichting