19 November 1910.
407
begrooting is dat geraamd op slechts 6000. - Dat door
de invoering der commerciëele boekhouding is gebleken,
dat er fouten moeten worden goed gemaakt, is te bejam
meren, maar het is niet anders. Over het begrip, wat
onder kostprijs moet worden verstaan, zou men wel een
academisch debat kunnen opzetten, maar men komt er
niet verder mede.
De heer Fr. SMITS zegt, dat het geenszins zijne be
doeling is, om met verlies te werken. Indertijd is voorop
gesteld om het water aan de industrie tegen verminderden
prijs te leveren, om eene grootere afname te bevorderen.
Want hoe meer water men levert, des te grooter is de
winst. Evenzoo zal dit het geval moeten zijn, als straks
qcne clectrische centrale zou worden opgericht. Ten slotte
zal dit toch nog winst in de gemeentekas werpen.
De voorzitter meent, dat dan de prijs toch zoodanig
zal moeten geregeld worden, dat er winst gemaakt kan
worden. De heer Smits vergeet echter, dat het water voor
industrieel gebruik nu nog aanmerkelijk goedkooper zal
zijn, dan voor particulieren. De industrie betaalt 15 cent
en particulieren 25 cent.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen
1 stemmen.
Vóór stemden de hecren Bloemarts, Merkelbach vak
Enkhuizen, Staal, Van Keppel, Lijdsman, J. M. IngenHousz,
Overing, mr. W. IngenHousz, Scheltus, Rombouts, Rei
gersman, Teychiné, Meeuwesen, Van Hulten, Heijlaerts,
A. F. Smits en Bom.
Tegen was de heer Fr. Smits.
24. Prae-advies van burgemeester en wethouders op
het adres van de firma Eras en Paulson te Teteringen,
verzoekende ten behoeve van hare fabriek het water te
