3 December 1910. 427 De voorzitter betoogt, dat het feitelijk twee aparte administratiën zijn, welke gevoerd worden door één admi nistrateur. Wat de gemeente rechtstreeks voor armenver zorging betaalt, kan niet in de begrooting of rekening van het burgerlijk armbestuur opgenomen worden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de on- derwerpelijke begrooting goedgekeurd. 7. Begrooting van ontvangsten en uitgaven der gemeente- gasfabriek voor het dienstjaar 1911. De voorzitter geeft in overweging hierbij ter sprake te brengen de punten, welke in het ccntraal-rapport der afdcelingen zijn vermeld. De heer VAN DEN BRINK vraagt of dit ook doelt op de algemeene beschouwingen, welke eveneens ten deele de gasfabriek raken. De voorzitter acht het beter, dit onderwerp te bespreken als straks de gemeente-begrooting in behande ling komt. Spreker stelt thans aan de orde het rapport der afdeelingen, voor zooveel de gasfabriek betreft, met het daarop gegeven antwoord van burgemeester en wet houders. Inkomsten. Volgnummer 34. Hoofdstuk III. Afdeeling II. Artikel 1. In verband met de gasfabriek wordt in eene afdeeling door een lid de aandacht gevestigd op het verschil van druk te geringe druk in de meest afgelegen wijken, waar de meeste nieuwe aansluitingen plaats vinden en de bestaande aanvoerbuizen waarschijnlijk van te geringe af metingzijn. Deze omstandigheid geeft aanleiding tot klachten. Een lid pleit tevens voor verhooging der salarissen van het klerkenpersoneel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 427