42
26 Februari 1910.
men kunnen zien, dat de teekening verkeerd was. Daarop
had men den man opmerkzaam moeten maken. Er is geen
sprake van ontneming van licht en lucht voor de omwo
nenden en evenmin voor de bewoners van het pand zelve.
Spreker meent, dat het pleiten zou voor de welwillend
heid van den gemeente-architect, indien deze den man
gewaarschuwd had. Thans heeft hij heel wat kosten moeten
maken en is hij vermoedelijk de dupe geworden van een
onhandigen vriend. Spreker zou wel in overweging willen
geven, om in dergelijke gevallen wat meer toegeeflijk te
zijn, ten einde niet nog meer ontevredenen te maken.
Eene aanvrage om ontheffing van artikel 14 der bouw
verordening komt nagenoeg in elke vergadering aan de
orde. Dat pleit niet voor de doelmatigheid van dit artikel.
Daarom behoorde men wat minder streng te werk te gaan.
Men verlieze niet uit het oog, dat het dikwerf geldt een
duur gekocht stukje grond, hetwelk men productief wil
maken, doch hetgeen door de verordening belet wordt.
Hier betreft het slechts het maken van eene kleine berg
plaats, hoogstens voor een halven waggon steenkolen,
hetwelk niet de minste schade voor de volksgezondheid
oplevert en waaraan ook volstrekt geen brandgevaar ver
bonden is.
De voorzitter zegt, dat hij dezen morgen eveneens
een bezoek heeft gehad van adressant en bij dit onderhoud
gebleken is, dat de man de dupe is geworden van een
teekenaar. Den gemeente-architect treft niet de minste
schuld en van diens onwelwillendheid heeft spreker nooit
klachten vernomen. Maar de gemeente-ambtenaren behoe
ven de particulieren niet na te loopen. Het adres aanhouden
is niet mogelijk. Spreker heeft belanghebbende in overwe
ging gegeven zoo spoedig mogelijk eene nieuwe aanvrage
met verbeterde teekening in te dienen. Dat is de beste
weg, want volgens de wettelijke voorschriften dient ook
hierover de gezondheidscommissie eerst te worden ge
hoord.