430 3 December 1910. en de werkuren zijn maar gering. De jongens komen op 16- a 17-jarigen leeftijd aan de fabrieken moeten zich dan in hun vrijen tijd trachten te bekwamen voor eene akte boekhouden of iets dergelijks, om vooruit te komen. En als ze dan een diploma hebben en eene aanbeveling van de gemeente, dan hebben ze al een grooten voorsprong, 't Zijn zeer ondergeschikte betrekkingen, waarvoor alleen een beetje accuratesse noodig is. Waar zou het heen moe ten, als de gemeente van dergelijke betrekkingen ook al eene goede levenspositie moest maken. De heer VAN HULTEN meent, dat er bepaald een misverstand bestaat. Er zijn ook getrouwden bij. Vroe ger is zelfs bij voorkeur iemand gevraagd met akte boek houden. De voorzitter acht een salaris van f 400, - tot f 700, zeer voldoende. Bij particulieren zullen zij niet zoo goed betaald worden. De heer VAN HULTEN wijst er nog op, dat volgens het verslag door hem is uitgerekend, dat er aan de gas fabriek werklieden zijn met een werktijd van 80 a 90 uren per week. Dat is een te groote diensttijd. De voorzitter zegt, dat die berekening blijkbaar niet juist is. De heer Van Hulten vergeet zeker de va- cantie- en heiligendagen, waarop niet gewerkt wordt. Herhaaldelijk is erop aangedrongen, om het aantal arbeids uren te verminderen en burgemeester en wethouders wen- schen ook, zoo mogelijk, den tienurigen arbeidsdag in te voeren, doch spreker vreest, dat de werklieden zelf daar tegen zullen opkomen, omdat dan ook het loon verminde ren zal. De heer MEEUWESEN wil hieraan nog toevoegen, dat er werklieden aan de gasfabriek zijn, die, ofschoon in dienst, niet altijd bezigheden hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 430