3 December -1910. 459 zou moeten beginnen met eene nieuwe brug te bouwen, waarvan ook het onderhoud jaarlijks terugkomt. Inmiddels zullen burgemeester en wethouders de zaak erns'.ig over wegen. Eene tijdelijke voorziening aan de Ginnekenbrug, door het maken van een trottoir buiten de brug, zal ver moedelijk technisch niet uitvoerbaar zijn. De heer LIJDSMAN acht den toestand van de Ginneken brug ook onhoudbaar, doch ziet geen nut in eene tijde lijke voorziening. Spreker is tevreden met de toezegging van burgemeester en wethouders en hoopt alleen maar, dat een voorstel tot afdoende regeling niet van langdurigen aard zal zijn. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethou ders zuilen trachten nog in den loop van het volgend jaar een definitief voorstel te doen. Volgnummer 66. Hoofdstuk VI. Artikel 3«. Door een lid wordt in eene afdeeling gevraagd naar de oorzaak der groote verhooging van dezen post. Antwoord. Volgnummer 66. Ilct onderhoud van den hierbedoelden weg heeft de laatste jaren te wenschen overgelaten en het gevolg hier van is, dat deze in zoo'n onvoldoenden toestand is gekomen, dat om in de toekomst zeer groote uitgaven te voorkomen in volgende jaren daaraan meer dan tot heden toe moet worden ten koste gelegd. Hierop wordt de post goedgekeurd. Volgnummer 74b. Hoofdstuk VI. Artikel 7. In eene afdeeling wordt het plaatsen van een motor in den baggermolen door een lid verdedigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 459