468
3 December 1910.
Het bestaan van de vereeniging „Kindervoeding" is
reeds op zich zelf een bewijs, dat voeding van school
kinderen noodzakelijk is. Het groote bezwaar is, dat de
kinderen daarvan niet alle dagen genieten kunnen.
De heer REIGERSMAN is het eens met den heer Rom-
bouts, dat, als men de maatschappij neemt, zooals die
moet zijn, het de taak der ouders is, om de kinderen te
voeden. De kindervoeding, heeft een bekend schrijver
over philantropie gezegd, is de ziekelijkste philantropie,
die men zich denken kan, omdat zij den gezinsband ont
wricht. Als men de ouders de verplichting om hunne
kinderen te voeden, gaat ontnemen, dan raken de kinderen
los van de ouders en de ouders raken los van de kinderen.
Wanneer de kinderen buitenshuis gevoed worden, dan is
het een genot voor de dames en heeren philantropen, om
de kinderen te zien smullen, maar zij vergeten, welk kwaad
zij daarmede doen.
In 't gezin teruggekeerd, lusten ze den kost niet meer,
die hun door de ouders wordt voorgezet Men kweekt
ontevredenheid, de ouders gaan er op los leven en meenen,
dat de gegoeden ervoor zijn, om hunne kinderen te voeden.
Hetgeen dan van het weekloon overschiet en op de
voeding wordt uitgespaard, wordt besteed voor minder
wenschelijke doeleinden.
Spreker zelf is een zeer groot philantroop. Hij is 27
jaar diaken geweest en heeft zich bewogen onder de arm-
sten der armen. Cok gunt hij den kinderen graag cene
versnapering, ten bewijze, dat hij al meer dan 30 jaar
voorzitter is van de St. Nicolaas-vereeniging. Maar, roept
spreker uit, blijf in godsnaam van de voeding af; dat is
de kanker voor de maatschappij en het is de heilige plicht
der ouders, om zelf hunne kinderen te voeden.
De heer VAN DEN BRINK meende, bij het vernemen
der woorden van den heer Reigersman, eene stem te hoo-
ren uit het diepe graf. Spreker dacht, dat de heer Rei
gersman toch wel de consequentie zou willen aanvaarden