3 December 1910.
469
van de moderne maatschappij, die geboren is uit de her
vorming. ^Lenvoudigevoeding is volstrekt niet voornaam
bij de opvoeding. Het voorname is de karaktervorming.
Als spreker niet beter wist, zou hij den heer Reigersman
aanzien voor een gewonen materialist.
Men wil den druk, om voor de voeding der kinderen te
zorgen, op de ouders leggen, doch waar deze alleen in staat
zijn, om hunne kinderen onvoldoende en slechte voeding
te verschaffen, is het de taak der overheid om die zorg
over te nemen. Dat is niet eene ziekelijke, maar eene ge
zonde philantropie, want de kinderen worden door de ver
strekte voeding gezond en sterk.
Dat het gezin ontwricht zou worden door het verstrekken
van een eenvoudig bord soep, noemt spreker phraseologie.
En als de kinderen dan thuis het eten minder smakelijk
zullen vinden, volgt daaruit, dat zij het thuis al zeer slecht
hebben. Waar de heer Reigersman er zich op beroept,
dat hij een groot philantroop is, moet hij niet tegen de
ouders zeggen, dat zij hunne kinderen zelf moeten voeden.
Dat is niet in overeenstemming met de hervorming der
164e eeuw. Als de heer Reigersman daarvan de conse
quentie wil aanvaarden, moest hij sociaal-democraat worden.
Luther en Calvijn zouden in onzen tijd socialist zijn ge
weest. Dat is de consequentie van de hervorming.
De heer MEEUWESEN vindt den aanval van den heer
van den Brink op den heer Reigersman te scherp. Spreker
moet hulde brengen aan den heer Reigersman wegens
diens philantropie en in het bijzonder wegens zijn streven
als voorzitter van de St. Nicolaasvereeniging, hetgeen
spreker, als lid van die vereeniging, meer van nabij heeft
waargenomen, tiet staat vast, dat de heer Reigersman een
goed hart heeft voor het arme kind. Toch moet spreker
er aan toevoegen, dat hij zich niet kan vereenigen met het
standpunt, hoe principieel ook, door den heer Reigersman
ten opzichte van kindervoeding ingenomen. Spreker vindt
diens oordeel en dat vqn den heer Rombouts hard. Het