472 3 December 1910. Voor de keuring van orgels, welke gedurende de kermis op straat worden toegelaten, zou de commissie voor het muziekkorps kunnen worden uitgenoodigd. Hoewel het hierbedoelde verslag meermalen is gevraagd, werd dat tot heden niet ontvangen. De voorzitter zegt, dat het verslag van de com missie van het stedelijk muziekkorps dezer dagen is inge komen en mede bij de stukken is ter visie gelegd. De heer VAN DEN BRINK is er over tevreden, dat het verslag thans is ingekomen. Wijl spreker er het eerst naar gevraagd heeft, wil hij er thans met een enkel woord over spreken, al is het alleen maar uit eene zekere dankbaarheid. Spreker wijst dan op de zeer accurate samenstelling van het verslag en toont door verschillende cijfers uit dat ver slag aan, dat het muziekkorps te lijden heeft onder de schrielheid van den raad. De Brcdasclie courant heeft onlangs geschreven, dat verschillende componisten door het muziekkorps op de Groote Markt worden vermoord. Maar dat is dan de schuld van den raad, die de noodige gelden niet beschikbaar stelt. De directeur kan niet doen, wat de kunst hem voorschrijft. Van de jaren 1908, 1909 en 1910 zijn in het verslag zorgvuldig opgegeven het aantal gewone en buitengewone muziekuitvoeringen. Ook blijkt dat de directeur wekelijks repetitie houdt en dat hij leer lingen opleidt, maar telkens eindigt het verslag met den noodkreet, dat de directeur nog gaarne eenige nieuwe krachten aan het korps zou willen toevoegen, doch dat dit plan achterwege moet blijven wegens den ongunstigen financiëelen toestand van het korps. Spreker wil er dan ook bij burgemeester en wethouders op aandringen, den directeur hiertoe wel in staat te stellen, opdat er voortaan geen componisten meer op de Markt worden vermoord. De heer VAN HULTEN wenscht niet de componisten te vermoorden, maar hij zou het heele muziekkorps willen opheffen. Men zou den directeur kunnen pensionneeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 472