478 3 December 1910. nieuwe kazerne. Eene verhooging van den post met ƒ300, zal toch geen stoornis geven aan het budget. De voorzitter antwoordt hierop, dat het niet gaat om het geringe bedrag, maar om de principiëele kwestie, in hoever verhooging van het ziekengeld aanleiding zal geven tot simulatie. Spreker herinnert eraan, dat onlangs de leden van St. Eloy aan de patroons een adres gezonden hebben, waarin zij vragen om uitkeeriug van het halve loon bij ziekte gedurende zes weken. Die menschen zijn dus met heel wat minder tevreden en de gemeente is dus ook in dit opzicht met hare uitkeering reeds ver voor. De heer MEEUWESEN zegt, dat hij het voorstel van den heer Van den Brink niet kan steunen, omdat hij bij ondervinding weet, dat uitkeering van het halve loon tijdens den geheelen duur der ziekte nergens te vinden is. Zich plaatsende op het standpunt, om te streven naar bezuiniging, komt hem verhooging van den post niet gewenscht voor. Het voorstel van den heer VAN DEN BRINK wordt niet ondersteund en kan alzoo niet in behandeling worden genomen. De post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 176a. Hoofdstuk XIV. Artikel 16. Blijkens een afdeelingsrappott zou een lid gaarne aan dit hoofdstuk een nieuwen post toevoegen en wel een toe slag aan vakvereenigingen tot leniging der werkloosheid, ten bedrage van 700 gld. Antwoord. Volgnummer 176a. In hetgeen meermalen, ook nog in de laatste zitting van den raad, is besloten omtrent het verleenen van steun van gemeentewege tegen de gevolgen van onvrijwillige werk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 478