3 December 1910. 485 gegeven. Burgemeester en wethouders hebben nog eenigs- zins vertrouwen, dat de Staten op het verzoek zullen in gaan. De post wordt hierop goedgekeurd. Tot slot hebben wij de eer voor te stellen de onder staande veranderingen aan te brengen in de begrooting der gasfabriek en in de gemeente-begrooting en in verband daarmede den post onder volgnummer 178 (Hoofdstuk XV, artikel 2) der gemeepte-begrooting te wijzigen naar bevind van zaken, zulks ook met oog op eventueele wijzigingen in den loop der behandeling in de voorgestelde cijfers aangebracht Begrooting der Gasfabriek. Van de leeningen, ten behoeve der gasfabriek aangegaan, moet worden afgelost f 17 360,(zie Uitgaven, Hoofdstuk XII, artikel 3, sub 7° 11° der gemeente-begrooting) In verband'hiermede wordt voorgesteld den post op de begrooting der gasfabriek n\ 7 der uitgaven (aflossing, afschrijving) te ramen op f 17 360,en den post n". 30 (onvoorziene uitgaven) met het verhoogde bedrag te ver minderen en alzoo uit te trekken op f 268,-—. Gemeentebegrooting. Inkomsten. In aansluiting met het vorenstaande zal op de begrooting der inkomsten, Hoofdstuk III, afdeeling II, artikel 16, de aflossing geraamd moeten worden op 17 360,-— (niet f 17 360,60). Volgens eene nadere berekening van de rijksbijdrage overeenkomstig artikel 48 der l.o. wet, zal de post Hoofd stuk V, artikel 3, kunnen worden verhoogd en uitgetrokken op f 46 910,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 485