U 490 22 December 1910. Men moet de afschrijvingmits binnen billijke grenzen vast gelegd, verbinden aan den kostenden prijs. Maar geenszins als die afschrijving door de wisselvalligste aflossingsbepalingen eener leening bedongen wordt. Op pag 405, lsteD en 2den regel van boven behooren de woorden een begrip te worden vervangen door het woord cijfers en in den 15den, 14den, 13den en 12den regel van onder behoort het daar vermelde te worden gelezen als volgt Spreker ivil alleen hierop neerkomen, dat het gewenscht en mogelijk kan zijndat afschrijving en aflossing gelijken tred houden, maar een feitelijk verband tusschen aflossing en af schrijving bestaat er niet. De heer VAN BULTEN zegt, dat op pag. 384, 7den regel van boven, tusschen de woorden wordt en de behooren te worden ingevoegd de woorden de productie overdreven en. Spreker wenscht ook deze wijziging in de notulen te zien aangebracht. Met inachtneming van de voorgestelde wijzigin gen, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd. De voorzitter zegt, dat de notulen van het verhan delde in de vergadering van 3 December j.l. nog niet gedrukt zijn, en stelt mitsdien voor de vaststelling daarvan tot eene volgende vergadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt besloten. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken: 1. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord brabant, d.d. 30 November 1910, G n°. 23, houdende toezending van een afschrift van het koninklijk besluit van 12 November j.l. n°. 34, waarbij goedkeuring is verleend aan de ingezonden voordracht tot heffing van rechten voor diensten der gemeente-reiniging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 490