492
22 December 1910.
zou derhalve in dit bijzonder geval de gevraagde ontheffing
willen verleenen onder nader door burgemeester en wet
houders te stellen voorwaarden.
De heer TEYCHINÉ herinnert eraan, dat in de vorige
vergadering door hem is gezegd, dat de heer Arnaud als
koopsom voor zijn pand f 30 000,heeft gevraagd.
Daarop is door Arnaud een ingezonden stuk in de locale
bladen geplaatst, waarin deze mededeeling wordt ontkend.
Op grond, dat dit bericht wellicht tot verkeerde gevolg
trekkingen zou kunnen aanleiding geven en ook om zich
te rechtvaardigen, wil spreker de geschiedenis daarvan
aan den raad mededeelen.
Kort na het ongeval is de heer Raming naar notaris
Verheggen gegaan en heeft hem de opdracht gegeven, om
te informeeren naar de koopsom van het pand van den
heer Arnaud Meenende in het belang van zijn cliënt te
handelen, heeft notaris Verheggen aan den heer van Loon
gevraagd, of hij eens bij zijn zwager wilde informeeren
naar de koopsom van zijn pand. Een paar dagen daarna
deelde de heer van Loon aan notaris Verheggen mede,
dat die koopsom minstens 30 000,zou moeten bedragen.
Daarop is notaris Verheggen persoonlijk bij den heer
Arnaud gaan informeeren, die ook toen weer dezelfde
koopsom bedong. Ee beschuldiging, door den heer Arnaud
in zijn ingezonden stuk tegen spreker geuit, is dus onver
diend. Als het geheugen van den heer Arnaud hem zoo
in den steek laat, moest hij zich liever maar van couranten
geschrijf onthouden.
Komende tot de zaak zelve, wijst spreker erop, dat de
heer Raming dus alles in het werk heeft gesteld, om aan
de verordening te kunnen voldoen. Hij wil zelfs f '100,
geven voor eiken vierkanten meter grond achter zijn pand.
Doch ook dit aanbod is afgeslagen.
Waar nu blijkt, dat de heer Raming alle moeite heeft
gedaan, om uitbreiding van terrein te verkrijgen, meent
spreker, dat het niet aangaat, om op deze wijze de waarde
van een pand te declineeren en eene bestaande zaak ten