26 Februari 1910. 49 „Evenals vorig jaar zijn wij van oordeel, dat ook thans „de toekenning eener geldelijke bijdrage alleszins te billij- „ken is. „Mag over het algemeen het streven van den Bond op „waardeering aanspraak maken, niet uit het oog moet „worden verloren, dat de deelnemers afkomstig zijn uit „alle oorden des lands, waaruit voor de gemeente eene „zeer gewenschte reclame moet voortvloeien, terwijl de „neringdoende ingezetenen worden gebaat door het ver- „tier, dat de deelnemers gedurende eenige dagen in de „stad brengen. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen aan den „Bond, evenals vorig jaar, voor het beoogde doel eene „bijdrage te verleenen van f 100, De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voor stel kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 17. Adres van leden van den Baronieschen Hengelaars- bond (afdeeling XIV van den algemeenen Hengelaarsbond), verzoekende wijziging van de bestaande verbodsbepalingen op het betreden van taluds langs de singelgrachten, bij welk adres is gevoegd het volgend prae-advies van bur gemeester en wethouders „In het hierbijgevoegd aan uwen raad gericht adres van „leden van den Baronieschen Hengelaarsbond (afdeeling „XIV van den algemeenen Hengelaarsbond) wordt verzocht „de bestaande verbodsbepalingen op het betreden van „taluds langs de singelgrachten in dien zin te wijzigen, „dat dit verbod niet zal gelden voor hengelaars, althans „niet gedurende de maanden October tst en met Maart. „Naar aanleiding hiervan wenschen wij U te doen op- „merken, dat ingevolge artikel 55 sub a der algemeene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 49