22 December 1910. 507 directeuren een hooger salaris, o. a. in Groningenwaar de wedde ƒ2800,— en in Nijmegen, waar ze 2950,bedraagt. Ook in Haarlem, Schiedam en Leeuwarden is de bezoldiging hooger. Daarom is het wenschelijk, dat ook hier de wedde eenigszins wordt verhoogd. Aangaande de opmerking van den heer Bloemarts met betrekking tot het salaris van den onderwijzer Plasman, daarmede kan spreker zich wel vereenigen. Maar dan zou men eene toelage kunnen geven voor het bezit der hoofd akte. Dan blijft men in de lijn van het aangenomen systeem. De heer BLOEMARTS zegt, dat dit volkomen zijne be doeling weergeeft. In de verordening zou dan de bepaling opgenomen kunnen worden, dat aan den leeraar, belast met het theoretisch vakonderwijs, bij het bezit der hoofd akte eene toelage werd gegeven van 5,per maand. De heer A. F. SMITS wijst erop, dat dit nog de eenige abnormale toestand is, die er aan de ambachtsschool be staat. De concierge staat soms drie kwartier in de klas, omdat de onderwijzer er nog niet is en ook niet zijn kan. Dat onderwijs moet gegeven worden vóór 9 uur 's morgens en na 4 uur 's namiddags. Men moet wachten, totdat de onderwijzer uit zijne school komt. Men spreekt van oude toestanden, die verbeterd moeten worden. Maar hier geldt het een slechten toestand, waarin noodzakelijk moet wor den voorzien. Spreker kan zich met de voorgestelde ver hooging geenszins vereenigen en zag liever een vasten onderwijzer aangesteld. De heer VAN HULTEN zegt, dat het idéé van den heer Smits, om een vasten onderwijzer aan te stellen, hem zeer toelacht. Dat zou de gemeente slechts komen te staan op eene meerdere uitgaaf van 200,k f 300, De heer OVERING was ook van plan, om te spreken over het theoretisch vakonderwijs. Spreker wenscht daar voor ook minstens een vasten onderwijzer. Volgens den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 507