50
26 Februari 1910.
„politie-verordening voor deze gemeente o.a. verboden is
„het betreden van de met grasgewas aangelegde glooiingen
„der openbare wegen, terwijl burgemeester en wethouders
„wegen of gedeelten van wegen kunnen aanwijzen, te wier
„aanzien dit verbod niet zal gelden.
„In verband hiermede zijn door ons bij besluit van 21
„Mei '1919 Gemeenteblad n°. 173) de navolgende wegen
„aangewezen, waarop het verbod niet van toepassing is, n.l.
de Wiihelminasingel en de Nassausingel vanaf en
„met inbegrip der breedte van de Nassaustraat tot en
„met de breedte der Vierwindenstraat
„b. de Weerijssingel en de Sluissingel, te beginnen tegen-
„over de Sluisstraat tot aan de Aa of Weerijs en
„c. de weg ten oosten van de Mark tusschen de Tram-
„brug en de brug der Staatsspoorwegen.
„Blijkbaar is het de bedoeling van adressanten, dat de
„uitzondering wordt uitgebreid tot nog andere wegen, meer
„speciaal tot de glooiingen van de gracht tusschen den
„Seelig- en den Delpratsingel.
„Reeds in uwe zitting van 18 Juni 1904 (gedrukte notulen
„pag. 164 en volg.) kwam aan de orde het maken van
„verbodsbepalingen omtrent het betreden van de taluds
„langs de singelgrachten en een in verband daarmede in
gekomen adres van hengelaars,
„De vernieling, waaraan de gazons en de glooiingen der
„singelgrachten destijds waren blootgesteld en de schade,
„welke daardoor veroorzaakt werd, maakte het stellen van
„verbodsbepalingen onvermijdelijk.
„Na ampele bespreking nam de raad alstoen met 14
„tegen 4 stemmen de volgende motie aan van den heer
„Bloemarts
„De raadoverwegende, dat de noodzakelijkheid bestaat om
maatregelen te nemen tegen de schadedie door het betreden der
„glooiingen van de singels aan die glooiingen wordt toegebracht
Overwegende echterdat vooral ook met. het oog op de hen-
gelaars een absoluut verbod, om die glooiingen te betreden,
„te ver zou gaan
