516 22 December 1910. voorstel van burgemeester en wethouders, om aan het verzoek van gedeputeerde staten tot nieuwe vaststelling dier verordening te voldoen. Zonder bedenking wordt besloten bovenbedoelde verordening, zooals die bereids in de vergadering van 23 Juli j.l. is vastgesteld, opnieuw vast te stellen. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, ter voldoening aan art. 114&is der gemeentewet, ter vast stelling aanbiedende eene ontwerp-verordening op het be heer van de gasfabriek en de waterleiding in deze gemeente. De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. De heer VAN HULTEN verzoekt opname in de notulen van het overgelegd rapport van den heer Sparrius. De voorzitter antwoordt hierop, dat het rapport aan burgemeester en wethouders is gericht en niet aan den raad, zoodat opname in de notulen niet mogelijk is. Wellicht zou overwogen kunnen worden, of het rapport in het gemeenteverslag kon worden opgenomen. De heer OVERING vtaagt, of het de bedoeling is, dat de directeur belast wordt met het toezicht op de boek houding. Hij zou dan, behalve technische, ook de noodige administratieve kennis moeten hebben. De voorzitter antwoordt hierop, dat de directeur, evenals tot nu toe, belast is met de geheele leiding van het bedrijf. Onder hem werkt de boekhouder. De heer VAN KEPPEL zegt, dat volgens de artikelen 12 en 13 de boekhouder dagelijks aan den directeur moet kennis geven van de door hem ingevorderde ontvangsten en gedane betalingen. Spreker meent, dat dit in de prak tijk onuitvoerbaar zal blijken en zou dus de voorkeur geven aan eene andere redactie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 516