26 Februari 1910.
53
„Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden een schrijven
„van de heeren jhr. E. Frisse c.s., concessionarissen voor
„den aanleg en de exploitatie van eene electrische tram
„in deze gemeente, berichtende, dat de gestelde concessie
voorwaarden door hen niet kunnen worden aanvaard.
„In verband hiermede hebben wij de eer U voor te stel-
„len te willen besluiten tot instelling eencr bijzondere
„commissie, om den raad van advies te dienen over tram-
„zaken en alles wat daarmede in den ruimsten zin in ver-
„band staat.
„Deze commissie zouden wij wenschen te doen bestaan
„uit 5 leden, waartoe wij U ter benoeming aanbevelen de
„heeren L. J. Staal, A. A. A. Meeuwesen, J. R, baron
„Van Keppel, mr. P. M. J. E. Bloemarts en F. A. M. J.
„Smits, terwijl daaraan door ons zullen worden toegevoegd
„als voorzitter de burgemeester en als secretaris de ge
beente-secretaris.
„Voor zooveel noodig wenschen wij te doen opmerken,
„dat de vroegere commissie voor de tramwegaangelegen-
heden, wier taak was het ontwerpen van concessievoor-
waarden voor den aanleg en de exploitatie van eene
„electrische tram in deze gemeente, door de vaststelling
„dier concessievoorwaarden van rechtswege heeft opgehou-
„den te bestaan".
De voorzitter, dit punt aan de orde stellende, wijst
erop, dat burgemeester en wethouders gemeend hebben,
enkele heeren voor de te benoemen commissie te moeten
aanbevelen, om versnippering van stemmen te voorkomen,
niettegenstaande de raad absoluut vrij is in de keuze.
Spreker zegt, dat het de bedoeling is aan de commissie
op te dragen het uitbrengen van advies over tramzaken
in den meest ruimen zin, zoodat, wanneer daarmede in
verband zou moeten worden gebracht de oprichting eener
electrische centrale of uitbreiding der gasfabriek, de com
missie ook daaromtrent van voorlichting zal moeten dienen.
Spreker vraagt alsnu, of de raad de instelling van zoodanige
commissie, bestaande uit 5 leden, kan goedkeuren.
