2 April 1910.
65
jaar 1909 af te schrijven van hoofdstuk VIII der uitgaven
een bedrag van f 14,'245 en deze som over te schrijven op
hoofdstuk II der uitgaven.
De voorzitter stelt voor, de gevraagde machtiging
te verleenen.
Waartoe besloten wordt.
13. Schrijven van de commissie van toezicht op het
lager onderwijs alhier, d.d. 24 Februari 1910, daarbij, ter
voorziening in de vacatures van drie leden dier commissie,
wegens periodieke aftreding op ultimo Februari j.lter
benoeming aanbevelende de heeren
1. a. jhr. mr. G. Six, aftredend lid,
b. mr. F. E. Pels Rijcken.
2. a. mr. P. M. J. E. Bloemarts, aftredend lid,
b. W. J. H. Verheggen.
3. a. H. A. Sassen, aftredend lid,
b. mr. P. C. E. van Wijmen.
Bij dit schrijven is gevoegd een voorstel van burgemees
ter en wethouders, om tot deze benoemingen over te gaan.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden ingeleverd 18 stembriefjes, waaruit blijkt, dat
zijn uitgebracht op de heeren jhr. mr. G. Six, mr. P. M.
J. E. Bloemarts en H. A. Sassen ieder 16 stemmen, mr.
F. E. Pels Rijcken 3 stemmen, W. J. H. Verheggen, mr.
P. C. E. van Wijmen en J. J. L. Teychiné ieder ééne stem.
Zoodat opnieuw zijn benoemd tot leden der
commissie van toezicht op het lager onderwijs de
heeren jhr. mr. G. Six, mr. P. M. J. E. Bloemarts
en H. A. Sassen, en zulks voor den gewonen tijd
van zitting.
14. Schrijven van het bestuur van het gesticht voor
R. K. oude-vrouwen te Breda, daarbij ter goedkeuring aan-