2 April 1910.
67
Hiertoe besloten zijnde, wordt overgegaan tot stemming,
waarvan de uitslag is, dat zijn uitgebracht op de heeren
Van den Brink, Van Hulten en Meeuwesen ieder 12
stemmen, Teychiné 3, Reigersman 2, Van Keppel 2 en
Bloemarts en Bom ieder ééne stem, terwijl 3 briefjes in
blanco zijn ingeleverd.
Zoodat tot leden van gemelde commissie zijn
benoemd de heeren Van den Brink, Van Hulden
en Meeuwesen.
16. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij, onder overlegging van het advies van den arron-
dissements-schoolopziener en van het ingewonnen bericht
van het hoofd der school, ter benoeming tot onderwijzer
aan de openbare tusschenschool aan de Boschstraat voor
dragende de heeren
1. G. van Agtmaal, onderwijzer te Oudenbosch
2. C. A. van Reijen, onderwijzer te Prinsenhageen
3. A. Dumoulin, onderwijzer te Prinsenhage.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 11 op den
heer Van Reijen en 7 op den heer Van Agtmaal.
Zoodat de heer C. A. van Reijen voornoemd is
benoemd tot onderwijzer aan de openbare tus
schenschool aan de Boschstraat alhier, op de aan
die betrekking verbonden jaarwedde overeenkom
stig de bepalingen der verordening, regelende de
jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de
openbare lagere scholen in deze gemeente, in te
gaan met den dag zijner infunctietreding en met
bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag ver
langende, het verzoek daartoe minstens drie maan
den te voren behoort in te dienen.