72
cy
2 April 4910.
Spreker leest uit het blad „de Schilder" van 20 October
1900„De schilder Bierman te Amsterdam is, na een ont
zettend lijden, aan loodvergiftiging bezweken". Idem van
2 November 1907„Heden meldde zich onze collega J.
Varkevissf.r, lijdende (volgens verklaring van den dokter)
aan loodvergiftiging. Genoemd lid is drie dagen blind ge
weest en heeft nu verlamming der handen en kan dien
tengevolge niet de minste bezigheid verrichten. De dokter
verklaarde zelfs, dat, indien hij langer zonder geneeskundige
hulp ware gebleven, de ziekte hoogstwaarschijnlijk den dood
tengevolge zou hebben gehad". Idem van 16 November
1907: Dit nummer vermeldt 3 gevallen te 's-Gravenhage
voorgekomen:
'1°. W. Bruggemans, volgens verklaring van dr. Oldeboom
te s-Gravenhagelijdende aan loodvergiftiging, is dientenge
volge 3 maanden in een krankzinnigengesticht opgenomen
geweest en is, alhoewel hij op dit oogenblik niet ziek te
bed ligt, nog voortdurend onder behandeling van den dokter.
De ziekte openbaart zich afwisselend, dan in mindere, dan
in meerdere mate.
2°. C. M. Spreeuw is circa 4 maanden zeer ernstig ziek
en is sinds eenige weken in het gemeentelijk ziekenhuis
te s-Gravenhage opgenomen. Volgens verklaring van den
geneeskundige aan zijne vrouw, mag hij niet thuis behan
deld worden, omdat de ziekte een zeer ernstig karakter
heeft en hij niet zonder gevaar thuis zou kunnen worden
geholpen.
3°. J. van Aken heeft volgens verklaring van dr. Df.
Niet te Scheveningen loodvergiftiging, is al circa 13 maanden
niet meer in staat om te werken. De ziekte gaat gepaard
met hevige krampen, de oogen worden merkbaar minder
en de patiënt heeft voortdurend een loodsmaak in den mond.
„De Schilder" van 7 December 1907. Dit nummer ver
meldt 3 ernstige gevallen uit Amsterdam
1°. J. Bosma. Bij dezen persoon openbaarden zich de
verschijnselen in 1904 door zware pijn in het hoofd, welke
tijdens de ziekte zoo verergerde, dat hij van zijn verstand