11 2 April 1910. de wanden in hooge mate aan de inwerking van damp zijn blootgesteld. Met het oog op buitenlandsche concurrentie kunnen speciale uitzonderingen toegestaan worden. Verder moet op alle emballage en vaatwerk duidelijk de loodhou dendheid van den inhoud vermeld zijn. Vóór dit besluit werd afgekondigd, is het ter kennisneming aan belanghebbenden gezonden en bij die gelegenheid uitten de Weensche patroons den wensch om nog verder te gaan cn alle uitzonderingsbepalingen te laten vallen voor het binnenwerk, terwijl een hunner de hoop uitsprak, dat ook het gebruik van loodwit voor buitenwerk steeds meer en spoedig geheel zou worden afgeschaft De woordvoerder der patroons getuigde„dat onder nemers en arbeiders, hoezeer zij ook in sociaal opzicht zeer dikwijls scherp tegenover elkander staan, daar waar het gaat om vragen van gezondheid en menschelijkheid, allen eensgezind zijn". Voor gevallen van loodvergiftiging in Duitschlancl, zoo vervolgt spreker, zij de aandacht gevestigd op de disser tatie van Kaltenbach, die verzameld heeft de gevallen van loodvergiftiging, die in de kliniek te Leipzig werden behandeld in de jaren 18891908. In dit gasthuis werden in dien tijd behandeld 599 gevallen, waarvan schilders 275, losse arbeiders in het schildersbedrijf 42. De Engelsche statistiek van '1908 geeft 646 gevallen van loodvergiftiging in alle fabrieken en werkplaatsen, waaron der loodwitfabrieken met 79menie- en loodglitfabrieken- 12; porselein en aardewerk 117; emailleeren van platen 7accumulatorenfabrieken 25verffabrieken 25 en dan nog voor huisschilders en loodgieters afzonderlijk 239. Gevallen met doodelijken afloop totaal in fabrieken en werkplaatsen 32 voor huisschilders en loodgieters 44. Spreker heeft een deskundige gevraagd om Iiollandsche cijfers. Deze schreef hem„Iiollandsche cijfers zijn helaas slechts bij uitzondering te verschaffen. Alleen voor de loodwitfabrieken zijn er eenige bekend." Daaruit blijkt tevens hoe moeielijk eraan te komen is. De inspecteur van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 77