2 April 1910.
83
moeten worden uitbetaald. Dat is een der redenen, waar
om de sociaal democratische arbeiderspartij afschaffing
van loodwit vraagt.
Door den heer Van den Brink is ook dr. Heijlaerts
in het debat gebracht, die verklaard heeft, dat hij in zijne
praktijk meerdere gevallen van loodvergiftiging heeft waar
genomen niet echter van loodwitvergiftiging. Loodver
giftiging kan aan verschillende oorzaken zijn toe te schrijven,
o. a. aan het drinken van water uit loodhoudende buizen.
Bekende medici in Breda hebben aan spreker verklaard,
dat zij geen bepaalde gevallen van vergiftiging door loodwit
uit hunne praktijk kunnen aanwijzen. Spreker beschouwt
dan ook de door den heer Van den Brink aangehaalde
cijfers minstens nog twijfelachtig. Ook spreker heeft statis
tieken bij zich, welke de cijfers van den heer Van den
Brink zouden weerleggen, doch hij acht de raadzaal niet
de plaats voor zulk een debat.
Spreker meent, dat men het nemen van maatregelen
gerust aan de regeering kan overlaten, die zeer zeker
handelen zal zonder dat de belangen van de eene of andere
partij worden geschaad.
De heer VAN DEN BRINK, repliceerende, zegt in ant
woord op den heer Van Keppel, dat alle stoffen, welke
het scheikundig element lood bevatten, alliages of legee
ringen of zouten, als loodsuiker, loodglit en menie, vergiftig
zijn. Slechts die loodverbindingen zijn niet vergiftig, welke
onoplosbaar zijn in verdunde zuren, en dat is slechts het
loodglans of looderts of zwavellood en dat wordt als glazuur
in de pottenbakkerij gebruikt.
Verder de heer Koolen, sprekende 9 Maart '1910 in de
Tweede Kamer over beroepsziekten, zei
„Zoo is in Engeland tot stand gekomen de Workman's
„compensation act van 21 December 1906, die in werking
„getreden is op 1 Juli 1907. Deze wet stelt met letsels
„uit bedrijfsongevallen gelijk 1°. miltvuur, 2" loodvergif-
„tiging en haar gevolgen. Iedere arbeid, waarbij lood,
„loodpraeparaten of loodverbindingen gebruikt worden".