22 Januari 1910.
9
11, Schrijven van het college van regenten van het
oude-mannenhuis alhier, daarbij ter goedkeuring aanbie
dende de begrooting van ontvangsten en uitgaven van
gemeld gesticht over het dienstjaar 1910.
De voorzitter stelt voor, deze stukken ter fine van
onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie
van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad,
dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen,
worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Heij-
laerts, Bom en Fr. Smits.
12. Adres van C. van Raak alhier, daarbij ontheffing
verzoekende van artikel 14 der bouwverordering voor deze
gemeente, met betrekking tot het bouwen eener over
kapping op het perceel aan den Haagdijk, kadastraal
bekend sectie A, n°. 5192.
Bij dit adres is gevoegd het advies van de gezondheids
commissie voor deze gemeente, alsmede een ontwerp
besluit, bevattende de voorwaarden, welke burgemeester
en wethouders aan de eventueel te verleenen uitzondering
wenschen te verbinden.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, wordt besloten aan C. van
Raak voornoemd de gevraagde ontheffing te ver
leenen onder de volgende voorwaarden
a. dat het bouwen der overkapping moet ge
schieden op de plaats en op de wijze, als de over
gelegde teekening aangeeft
b. dat de toegestane uitzondering vervalt, als er,
behalve de overkapping, nog meer op het hier
voor vermeld perceel wordt gebouwd
c. dat de toegestane uitzondering eveneens ver
valt, als de grenzen van het hiervoor vermelde
perceel verandering ondergaanen