24 Maart 1911.
105
van 1850 onbewust niet de rechtmatige aandacht
werd geschonken.
Is de raadsmeerderheid werkelijk liberaal (deze
gissing berust op eene uitlating van den heer Van
Hulten) dan voegt het, eerst het standpunt der
vrijzinnigen te memoreeren in zake algemeen kies
recht. De oud-liberalen willen eraan verbinden het
amendements-recht voor de eerste kamer en op deze
wijze geraakte zelfs mr. Tydeman vast aan den kies
rechtballon. De liberale unie maakte algemeen kiesrecht
tot verkiezings-cry in 1909, terwijl de vrijzinnig-
demokraten ook in 1903 voorstellen deden tot grond
wetsherziening, waarbij een beperkt kiesrecht der
vrouwen werd mogelijk gelaten en volkomen maat
schappelijk onzelfstandigen werden uitgesloten. De
katholieken voegden zich naar de anti-revolutionairen,
en kozen het gezinshoofden-kiesrecht als nummer 5
van hun program. Bij de anti-revolutionairen stond
dit nummer 1, terwijl de provinciale bond van r. k.
kiesvereenigingen in Noord-Brabant het kiesrecht-
vraagstuk nog verder naar den achtergrond wil dringen
en zich uitsprak voor een meervoudig stemrecht,
terwijl toch de grootste katholieke godgeleerde St.
Thomas van Aquinen reeds in de 13e eeuw de
beste regeering deze noemde „waar de bestuurders
kunnen gekozen worden door allen en uit allen,"
met welke opinie zich nu in de 20e eeuw toch nog
2 der 5 leden van de r. k. kiesrecht-commissie konden
vereenigen.
Mevr. Henriette Roland Holst besprak in het
Marxistisch weekblad van 4 Juni 1909 de aspiraties
der burgerlijke groepen voor algemeen kiesrecht in
deze bewoordingen„De bourgeoisie in haar ver
schillende deelen is er voor of althans niet zoo erg
tegen, maar de een wil huismans-, de ander verkapt