106 24 Maart 1911 dameskiesrecht, een derde toetsingrecht er aan ver bonden, een vierde versterking der eerste kamer. Kort en goed zij wagen het niet, zich tegen het algemeen kiesrecht te verklaren, maar zij willen er onmiddellijk maatregelen aan verbinden, die zijne werking verzwakken of opheffen. Zij willen den schijn der demokratie, niet het wezen. Zij willen de arbeiders een stomp, een blikken zwaard in de hand drukken, geen strijdwapen. Zijn het in ons land alleen de conservatief of oud-liberalen die dit willen? Men leze in het Handelsblad van 24 Mei 1909 hoe dat orgaan der zoogenaamd „vooruitstrevende" bourgeoisie iedere kiesrechtuitbreiding wil vastkoppelen o. a. aan de toekenning van het amendementsrecht aan de eerste kamer, ten einde „den stroom der volks- wenschen te normaliseeren" met andere woorden, het mogelijk te maken door de tweede kamer be sloten wetten in het belang der arbeiders te verknoeien en te bederven. Komt bij het voorstel van het Handelsblad nu ook nog het verkapte dames kiesrecht der liberale unie, dan zou de bourgeoisie zeer goed algemeen kiesrecht voor mannen kunnen toestaan zonder daarmede feitelijk een stap achter uit te zijn gedrongen. Zij kon dan den gebraden haan uithangen wegens hare „demokratie" en tevens de arbeiders feitelijk in slechter positie hebben gebracht. Een aanslag onder den schijn van rechtsvermeerdering dat zou zij inderdaad bereikt hebben met deze slimme taktiek, de taktiek, die juist aan de bezittende klasse het beste past, veel beter dan openlijke onder drukking „Maar de bourgeoisie heeft nog een ander middel in haar mars, den strijd der arbeidersklasse voor het algemeen kiesrecht te verzwakkendeze af te leiden door de voorspiegeling van z.g. „hervormingen";

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 106