24 Maart 1911. 109 plicht reeds is voor maatschappij en staat en toch, de regeeringen, geboren uit het beperkte kiesrecht, stonden machteloos. De memorie van antwoord bij het kiesrecht-ontwerp der sociaal-demokratische kamerfraktie zegt daarvan „Sedert eenige jaren verkeert de Nederlandsche politiek in een crisis van impotentie, die de oplossing van allerlei belangrijke en dringende sociale vraag stukken in den weg staat en de opvolgende regeeringen doemt, hare taak grootendeels te beperken tot admi- nistreeren van het bestaande, inplaats van te her vormen en te vernieuwen. Voor hen, die in elke eenigszins ingrijpende hervorming een gevaar zien voor de bevoorrechte positie, waarin het bestaande hunne klasse of maatschappelijke groep plaatst en bevestigt, moge deze toestand iets aanlokkelijks heb ben voor de groote meerderheid des volks kan dit niet het geval zijn, daar sinds tal van j ren ook ten onzent allerlei grieven worden gehoord en wenschen te berde gebracht, welker oplossing of vervulling tot de taak van regeering en wetgever behoort. Voornamelijk is het de arbeidende klasse, die behoefte heeft aan een beslist hervormende sociale politiek, gepaard met fmancieele maatregelen, zoo wat de herziening van het belastingstelsel en der verhouding van rijks- en gemeentefinanciën als de bezuiniging op militaire uitgaven betreft, die alle sinds jaren op zich laten wachten. Geen treuriger fiasco is denkbaar dan wat de sociale politiek der burgerlijke partijen ten onzent tot heden heeft opgeleverd." Mijne heeren, brengt het Uwe bij om deze misère uit den weg te ruimen en steunt de door mij inge diende motie, opdat ze hier in behandeling kunne komen en aangenomen worde door den raad. Slechts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 109