24 Maart 1911. 113 „laatste geval zijn ze alleen nader of nauwkeuriger „aangewezen. „Op vorenstaande gronden heeft de raad ons de „opdracht verstrekt, Uw college andermaal te ver doeken aan de raadsbesluiten, welke hierbij weder „teruggaan, alsnog de vereischte goedkeuring te „willen verleenen. „Ten slotte zij het ons geoorloofd op te merken, „dat ingeval aanvulling der in bewaring gegeven „effecten noodig is, overeenkomstig het slot der „verschillende besluiten, die aanvulling moet ge schieden met effecten, aangewezen in den aanhef „der besluiten. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit ontwerp-antwoord kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereen komstig besloten. 17. Adres van het uitvoerend bestuur van het concours hippique alhier, verzoekende voor het te houden concours hippique van gemeentewege wederom beschikbaar te stellen een zilveren beker, welke in het eerstvolgend tijdperk van 5 jaar zal zijn de wisselbeker voor het groote springconcours. Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies van burgemeester en wethouders „In het hierbij gevoegd adres verzoekt het uit loerend bestuur van het concours-hippique alhier „dit jaar, voor het op 25 Mei e.k. te houden con- „cours-hippique, van gemeentewege beschikbaar te „stellen een zilveren beker, genaamd „De Beker van „Breda", welke in het eerstvolgend tijdperk van 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 113